De Nederlandsche taal

Een van de redenen waarom ik deze blog gestart ben is om mijn Nederlands taalgebruik een beetje ‘up to date’ te houden. Hier op Gran Canaria spreek ik allerlei talen zoals Spaans, Engels, Duits en natuurlijk ook wel wat Nederlands. Maar schrijven doe ik het zelden nog. Daarom begin ik naast alle schrijfsels over sport, gezond eten en leuke recepten nu ook met het schrijven van blogs over de Nederlandse taal. Omdat ik dat leuk vind, maar ook omdat er nog zoveel te leren valt.

Nu heb ik natuurlijk een en ander op de Universiteit meegekregen, maar door het gemak van internet (knippen, kopiëren en plakken) en handige ‘grammar tools’ is het tegenwoordig gemakkelijk om lui te zijn wat schrijven betreft.

Maar ook bij onzorgvuldige toepassing kun je er soms meer kwaad dan goed mee doen. De meeste taalfouten gebeuren ook onbewust of uit onwetendheid. Ik schud ze soms zo uit m’n mouw, not! Gelukkig ben ik niet de enige die soms niet weet waar de juiste komma te zetten of een woord op –d te laten eindigen waar het eigenlijk een –t had moeten zijn; De krant staat boordevol fouten tegenwoordig! Hoe zit het ook alweer met staande uitdrukkingen zoals ‘ten alle tijden’ of ‘te allen tijde’, welke is juist? En ken je ’t Kofschip nog? Wat heb je ook alweer aan die regel? Juist, het gros kan deze vragen niet direct beantwoorden. Ook niet zo gek wanneer je je niet dagelijks met de Nederlandse taal en het schrijven ervan bezighoudt.

Nederlandsche taal

Bron: Creatief schrijven

Met dank aan onzetaal.nl wil ik deze eerste blog graag wijden aan ‘gebeuren’: gebeurt/gebeurd. Wat is juist; ‘Bekijk de plaatjes en beschrijf wat er gebeurd’ of ‘Bekijk de plaatjes en beschrijf wat er gebeurt’? Juist is: ‘Bekijk de plaatjes en beschrijf wat er gebeurt’. Gebeurt is hier een persoonsvorm; wat is het onderwerp. Daarom wordt aan de stam gebeur een –t toegevoegd. Andere voorbeelden:

  •          Er gebeurt hier altijd wat.
  •          Wat gebeurt er met de overgebleven taart?
  •          Als je niet uitkijkt, gebeurt er nog een ongeluk.

Gebeurd is het voltooid deelwoord van gebeuren: het is gebeurd of het zou gebeurd zijn. Als gebeurd in de zin juist is, is er vrijwel altijd een ander werkwoord in de zin dat de persoonsvorm is. Voorbeelden:

  •          Bekijk de plaatjes en beschrijf wat er gebeurd kan zijn. (Kan is de persoonsvorm.)
  •          Wat is er gebeurd? (Is is de persoonsvorm.)
  •          Het ongeluk zou al een uur geleden gebeurd zijn. (Zou is de persoonsvorm.)

Dat het voltooid deelwoord gebeurd op een –d eindigt, is te horen aan de verleden tijd gebeurde (Er gebeurde van alles). De d die hierin te horen is, komt terug in het voltooid deelwoord.

Groene boekje

Het Groene Boekje | Uitgeverij Lannoo

Enfin, dit was nog een makkie van de basisschool. Algemeen Nederlands is eigenlijk best wel een moeilijke taal. Dit komt door de inversie, doordat we een complexe grammatica hebben en een eigenlijk artificiële uitspraak. Ik ga vanaf nu allerlei leuke onderwerpen, grammatica en regels over onze taal behandelen op dit blog. 

Lees verder